Ga naar de inhoud

Vier dagen veilig: de toptips van Gert van Beek

De Avond4Daagse is alleen leuk en gezellig als de tocht ook veilig kan worden gelopen. Over die veiligheid waakt Gert van Beek, oud-politieman en al sinds het prille begin veiligheidscoördinator binnen het organisatiecomité. Volg zijn tips op, dan haal je lachend de finish.

Start tussen 17:45 en 18:30

‘De start was voorheen altijd voetje voor voetje schuifelen vanwege de drukte, en dat willen we niet meer. Want we doen met een duur woord aan ‘crowd management’: het beheersen en geleiden van mensenmassa’s en vooral vooraf de risico’s inschatten en preventieve maatregelen nemen.’ 

‘Daarom hebben we dit jaar geen specifieke starttijd meer. De lopers mogen vertrekken tussen 17:45 en 18:30 uur, zodat we gespreid kunnen starten. Kijk wanneer het jou en je groep het beste uitkomt en spreek je eigen starttijd af. Hou wel onze tijden aan: je kunt je loopkaart maandag vanaf 17:15 uur ophalen. Maar als je gaat lopen vóór 17:45 uur staan de oversteekbegeleiders en verkeersregelaars nog niet klaar. Ga je dan toch al lopen, dan is dat volledig voor eigen risico.’

Kom te voet

‘De Avond4daagse is een groot succes. Daar geniet ik elk jaar van, maar het betekent ook dat we een beroep doen op het gezonde verstand van de deelnemers. Dat begint al vóór de start: in Westergas is absoluut geen plek voor auto’s. Maar de hoeveelheid parkeerplaatsen voor (bak)fietsen is ook beperkt.’

‘Kom dus liefst te voet. En als je op de fiets komt, pak dan de Arendbrug, die fiets/loopburg in het midden van het park, en zet hem dan bij de fietsrekken die we speciaal daarvoor hebben laten plaatsen op het plein bij Pacific Amsterdam. Vooral op een plek waar anderen er geen last van hebben. Volg de aanwijzingen op die je krijgt van de organisatie. Rolstoelers, hulpdiensten: het is ontzettend belangrijk dat we de doorgang vrijhouden.’

Volg de juiste route 

‘Het is belangrijk, voor je eigen veiligheid maar ook omdat je anders de mooiste plekjes mist, je aan de route te houden. Download daarom het routekaartje van de website voor het totaalbeeld waar de route langs voert, maar gebruik tijdens het lopen vooral de geschreven aanwijzingen in het routeboekje.’

‘De routes zijn elk jaar anders, dus denk niet te gauw ‘ik weet de weg wel’ en snij geen nergens af om sneller thuis te zijn. Als je het gevoel hebt ‘om te lopen’ dan kan dat goed kloppen: de makers van de routes doen hun best om je 5 of 10 kilometer te laten lopen en zoeken de leukste plekjes voor je op. Soms is het ook een kwestie van veiligheid: bij een kruising steek je dan niet rechtdoor over, maar iets verderop via het zebrapad. Natuurlijk kijk jij goed uit, maar er zijn ook mensen die zonder nadenken of omkijken de meute volgen.’

‘Bedenk verder dat vooral de kinderen geen controlepost willen missen: we hebben kniptangen met allerlei vormpjes en die zijn een ware rage. De essentie van de avond4daagse is om te genieten van de stad en elkaar.’ 

Veilig oversteken

‘Ik fiets alle routes na om te checken of de beschrijving klopt, maar zeker ook om na te gaan waar gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Dat gaat natuurlijk vooral om oversteekpunten, waar we verkeersregelaars of oversteekbegeleiders inzetten. Voor de fijnproevers: een verkeersregelaar is voor zijn of haar taak gecertificeerd en bevoegd om verkeer even te laten wachten als lopers moeten oversteken. Een oversteekbegeleider geeft geen aanwijzingen aan het overige verkeer, maar aan onze eigen lopers: hij of zij helpt met gezond verstand en verkeersinzicht de lopers veilig en zonder het verkeer te hinderen aan de overkant te komen. ’

‘Het spreekt wat mij betreft vanzelf dat iedereen – ook de begeleiders – de aanwijzingen van onze mensen opvolgt. Soms moet je daarvoor even geduld hebben. Maar je bent toch niet op weg naar je werk, denk ik dan: je loopt voor je lol en neemt de tijd.’

Neem je rust op een goede plek

‘Voor een fitte volwassene is het misschien niet nodig, maar kinderen en groepen doen er goed aan een of meer rustpunten te kiezen. Om te verzamelen en hergroeperen, te drinken (héél belangrijk, zeker op warme dagen) en iets gezonds te eten.’ 

‘Laat je voor de locatie inspireren door de suggesties voor rustplekken die in de parkoersenboekjes staan. Dat zijn adviezen, je kunt zelf bekijken waar voor jouw groep of school een fijne en veilige plek is. De beste plek is dus niet aan de overkant van een weg op de route. Dat maakte ik vorig jaar mee op de Koivistokade: daar stonden vier scholen op een plek met prima overzicht op de naderende lopers, maar die moesten wel een brede gevaarlijke weg oversteken om bij de tafels te komen. Die hebben we in allerijl nog kunnen verplaatsen naar de goede kant van de weg.’  

‘Zorg ook dat er voldoende ruimte is op je rustplek voor alle deelnemers in de groep. Voor degenen die met drinken en iets te eten klaar willen staan: kom op tijd, zet alles klaar en ruim na afloop alles ook weer op. Een rondje maken om nog wat extra rondslingerend vuil mee te pikken, is natuurlijk helemaal mooi.’

Veiligheidscoördinator

‘Ik mag wel zeggen dat ik elk jaar weer een zucht van verlichting slaak als donderdagavond de laatste lopers heelhuids binnen zijn. Afkloppen: afgezien van geschaafde knietjes, blaren en kinderen die even zoek waren, is er nooit iets ernstigs gebeurd in al die 16 voorgaande edities.’

‘Ja, we hebben in de loop van die tijd wel het een en ander meegemaakt. Spanning bij een naderend onweer met bliksem: moesten we contact opnemen met Schiphol omdat er toen nog geen Buienradar was. Of dat jaar waarin de portier van Westergas belde dat onze tent ’s nachts was weggewaaid.’  

‘Never a dull moment, zal ik maar zeggen. Wat me op het volgende brengt: ik vind dat het tijd is geworden voor vers bloed. Zelf ben ik het enige comitélid van de eerste lichting dat nog actief is en ik wil mijn kennis en ervaring graag overdragen aan een opvolger. Het valt nog niet mee om die te vinden, bleek de afgelopen jaren. We zoeken vooral in kringen van mensen die werken of gewerkt hebben bij politie, brandweer of andere hulpdiensten, Defensie. Mensen die van wanten weten, snel beslissingen kunnen nemen en anderen kunnen en durven aansturen. Je moet ook door een bepaalde bril kunnen kijken, een veiligheidsbril zeg maar, naar zo’n vierdaags evenement met duizenden deelnemers om het veilig en verantwoord te laten verlopen. Een goede afloop, alle oma’s en opa’s die met bloemen klaarstaan bij de finish, de lachende gezichten en kids die trots zijn op hun medaille: het geeft ontiegelijk veel voldoening daar met de collega’s van het A4dW-comité een bijdrage aan geleverd te hebben.’